Tot op heden is er geen eenduidigheid over wat men onder hoogbegaafdheid zou moeten verstaan, al zit wel overlap in de verschillende theorieën en modellen over hoogbegaafdheid.
Zo wordt er ten eerste uitgegaan van een sterk potentieel in aanleg. Ten tweede is de ontwikkeling van talent een dynamisch proces waar persoonlijkheidseigenschappen en de omgeving invloed op hebben. Ten derde wordt hoogbegaafdheid gezien als een combinatie van hoge intelligentie en creatief denkvermogen. Ten vierde zou er bij hoogbegaafdheid sprake zijn bovengemiddelde motivatie. Hierbij gaat het om doorzettingsvermogen om een taak af te maken, gekenmerkt door een sterke gedrevenheid vanuit interesse. Ten vijfde kan hoogbegaafdheid zich ontwikkelen in bepaalde gebieden. Dit betekent dat hoogbegaafdheid zich niet per se uit in alle facetten van het functioneren.
De theorieën en modellen over hoogbegaafdheid lijken een evolutie te volgen: van een sterke gerichtheid op prestaties komt er de laatste jaren meer aandacht voor en nadruk op de ‘zijnskenmerken’ van hoogbegaafdheid. Naast het grote denkvermogen is er vaak sprake van sensitiviteit, perfectionisme, intensiteit, een groot rechtvaardigheidsgevoel en een hoge mate van zelfbewustzijn.